Interview met de Foute Vrienden

12 maart 2015 15:30 | sterren | Door Televizier

© William Rutten

In hun nieuwe programma Foute Vrienden komen Klaas van der Eerden, Pepijn Gunneweg, Pim Muda en Albert Jan van Rees in de gênantste situaties terecht.

In Vlaanderen is Foute Vrienden al jaren een succes. Vier komieken geven elkaar gênante opdrachten en dat levert hilarische beelden op, die regelmatig De TV Draait Door halen. Vooral de auditie van Begijn le Bleu in So You Think You Can Dance was een regelrechte YouTube-hit.

RTL 5 komt nu met een Nederlandse versie van Foute Vrienden, met Klaas van der Eerden, Pepijn Gunneweg, Pim Muda en Albert Jan van Rees. Televizier sprak de heren.

Wat voor programma is Foute Vrienden?

Pepijn: “In Foute Vrienden – de titel zegt het al – moeten wij, vier vrienden, allemaal foute opdrachten doen. Eén van ons staat voor de camera, de andere drie staan erachter. Degene voor de camera heeft een oortje in en staat in verbinding met de microfoon van de andere drie. We zijn bijvoorbeeld in een bloemenzaak, daar komt een klant binnen en dan hebben de drie achter de camera gênante dingen bedacht die degene voor de camera moet uitvoeren.”
Albert Jan: “Soms is het echt héél erg. We waren in een park. Ik moest van de andere drie naar iemand op een bankje toe lopen en gaan dansen. En dan zorgen dat die persoon meedanste. Ik dacht van tevoren: superleuk, want ik hou heel erg van dansen. Maar op het moment dat je daar staat, tegenover iemand… Dan ga je echt door de grond!”
Pepijn: “Er valt een enorme last van je schouders als je het oortje uit mag doen, je hebt je opdrachten gedaan en je mag weer achter de monitors.”
Klaas: “De zin ‘je mag terugkomen’ is zo’n opluchting. Dan denk je: zo, die hebben we weer overleefd!”
Pepijn: “Sommige opdrachten zijn zó gênant. Maar we blijven wel onze eigen graadmeter, we gaan door tot we denken: dit gaat te ver.”
Pim: “Die innerlijke strijd, dat zijn de gouden momentjes. Ook als iemand daarna besluit om iets niet te doen.”

En als je dan weigert een opdracht uit te voeren?

Pepijn: “Dan is de consequentie dat je het risico loopt ‘de straf’ van de aflevering te moeten doen. Die mag je niet weigeren. En die is erger dan je ergste nachtmerrie.”
Pim: “Ja, die is echt custom made op je zwakke plekken. Van mij vinden die jongens bijvoorbeeld altijd dat ik alles volgens de etiquette doe. Dat ik het fijn vind om een glas wijn mooi in te schenken, dat soort dingen. Ik was me daar echt niet van bewust.”
Pepijn: “Pim is heel keurig altijd, en sophisticated. Daar hebben we de straf op afgestemd.”
Pim: “Dus toen moest ik in een restaurant ober zijn.”
Klaas: “Je hoort al hoe hij ‘restaurân’ zegt. Ik zou zeggen: restaurant. Maar Pim zegt: restaurân. Zo sophisticated dus.”
Albert Jan: “Het was gewoon een eetcafé, maar goed.”
Pim: “Een brasserie! En daar moest ik dan garçon zijn. Maar de straf was dat ze van die elektro-schok-dingen op m’n armen hadden gezet. En ze hadden zelf de afstandsbediening daarvan ter hand genomen. Dus de witte wijn vloog door het eetcafé.”
Klaas: “Het établissement.”
Pim: “Het was verschrikkelijk.”
Pepijn: “Maar heerlijk om op die knop te mogen drukken.”

Hebben mensen het wel eens door?

Klaas: “Nou, alle camera’s zijn weggewerkt en de oortjes die we in hebben, zijn heel klein. Maar af en toe herkennen mensen ons.”
Pepijn: “Of de situatie gaat zo’n bizarre kant op dat mensen merken dat er iets niet klopt.”
Albert Jan: “Maar het is het interessantst als de scène nog nét echt zou kunnen zijn. Als dingen heel extreem worden, merken we dat het minder grappig wordt. Dan ben je meer een toneelstukje aan het doen. We hadden aan het begin de neiging om hele gekke dingen te doen, maar later werden we steeds realistischer.”
Pepijn: “De leukste opdrachten vind ik die met een handicap. Dus dat je tegen iemand tien keer een bepaald woord moet zeggen. Of letterlijk alles herhalen wat iemand zegt, of iemands neus tien keer aanraken.”
Pim: “Heel soms worden mensen echt boos. We hebben een aantal keer tegen een handgemeen aan gezeten.”
Klaas: “Maar dat maakt het ook zo spannend!” 

Zijn er ook mensen die niet op tv willen?

Pim: “Ja, dat is verschrikkelijk. Je gaat al door de grond in die opdrachten, je hebt jezelf helemaal uitgewrongen en je voelt: dit wordt goed. Als iemand dan toch niet op tv wil, is dat zo zonde!“
Pepijn: “Maar de meeste mensen vinden het hartstikke leuk.”
Klaas: “Je moet soms wel uitleggen: wij zijn het slachtoffer van de opdrachten, zij niet! Voor ons is het het allergênantst.”

Hoe kwamen jullie er eigenlijk bij om dit programma te maken?

Albert Jan: “We zijn al zestien jaar bevriend. Ik zag de Vlaamse versie van Foute Vrienden en dacht: wat lijkt dat me verschrikkelijk om te doen. Maar iets in mijn hoofd, een stemmetje, zei: je moet het zelf gaan doen.”
Pepijn: “Een stemmetje? Had je een oortje in?”
Albert Jan: “En toen heb ik meteen Klaas, Pim en Pepijn gebeld. BlazHoffski, de productiemaatschappij, had de rechten en wij hebben gevraagd of we een pilot mochten maken. Dat is alweer anderhalf jaar geleden. We hebben na die pilot wel nog nagedacht of we het wel moesten doen. Maar iedereen zei dat het zo grappig was.”

Hebben jullie veel gekeken naar de series in andere landen?

Klaas: “Vooral de Vlaamse versie was een inspiratiebron. Het zijn sympathieke jongens die niks durven en je herkent veel van jezelf in hun struggle. Wij keken dat en vonden het zo grappig.”
Pim: “We hebben de Belgische regisseur ook gehad in het begin. Dus we hebben een blik in de keuken kunnen werpen van de Belgen. We doen ook iets als de So You Think You Can Dance-auditie, maar ik verklap nog niet precies wat!”
Albert Jan: “Verder heb ik naar de Amerikaanse versie gekeken. De Amerikanen doen dertig afleveringen in een jaar, dus die zijn het hele jaar bezig.”
Pim: “Dat gaat wel te ver. Dat kan je mentaal toch niet aan?”

Foute Vrienden is vanaf donderdagavond elke week om 20.30 uur te zien op RTL 5.

Meer over