Column: Maaiveld - Lachen!

22 september 2009 16:33 | columns | Door Televizier

Humor op tv is om te lachen. Nu is er bij de makers van humoristische tv vaak onzekerheid over wat de kijker aan kan. Begrijpt de kijker wel dat het grappig is, waar het grappig is, waar de lach zit? Om de kijker hierbij te helpen zijn er min of meer drie aanlachtechnieken.

1. Je maakt gewoon een heel erg grappig programma. Dan lachen de mensen vanzelf wel. The office is zo’n voorbeeld.

2. Je neemt het programma op terwijl er publiek in de zaal zit. Denk aan Koefnoen nieuwe stijl, CQC, Tussen de Oren, Lama’s, Dit Was Het Nieuws, Friends. Het voordeel is dat de lach hier spontaan is, het nadeel is dat het publiek haar taak soms iets te serieus neemt. Dan krijg je, zoals bij CQC (Veronica vrijdagavond), dat de mensen zo hysterisch reageren dat je het niet meer gelooft en dan gaat het tegenwerken.

3. De lachband. De lachband is een typisch Nederlandse bezuinigingsmaatregel. Wordt er een ton per aflevering in een comedy gestoken met goeie acteurs, regisseurs, tekstschrijvers en decors. En dan helemaal op het laatst: oh ja, er moet wel gelachen worden. Maar dan is het geld op.

Eerst wordt er getest zonder lachband en dan blijkt het resultaat qua lachrespons tegen te vallen. Dan toch maar een lachband er onder. Er worden op vrijdagmiddag bij de producent een paar biertjes klaargezet, een aantal medewerkers die liever naar huis willen, wordt vriendelijk doch dringend gevraagd of ze een aflevering willen inlachen.

Bij Sorry minister van de VPRO (Maandagavond, Ned. 3) lijkt dit het geval. De serie, hoewel niet hilarisch, is goed gemaakt, wordt uitstekend gespeeld en is beslist aardig om naar te kijken. Maar de lachband verpest alles.

Je hoort dat het maar twaalf mensen zijn, die liever ergens anders waren. Je hoort dat ze aan het persen zijn. Je hoort dat ze werkelijk elk moment dat wellicht grappig zou kúnnen zijn, dichtlachen met namaaklachjes, zodat ze snel naar huis mogen. Ze lachen zelfs op pertinent niet-grappige momenten. Dodelijk, want dan geloof je de andere lachjes ook niet meer.

Het zijn zo weinig lachers dat je de individuele lachjes gaat herkennen: funest voor de beleving. Het is als een cabaretvoorstelling in Carré, waarbij alleen de eerste twee rijen bezet zijn met goedwillende familieleden. Je wilt er niet bij zijn.

Ik vermoed zelfs dat ze de lachjes gewoon onder een andere serie vandaan hebben gehaald, zo vaak zitten ze er naast. Het haalt de hele serie naar beneden.

Knullig.
Zonde.
Doe er wat aan: het kan nog!