De eerste berichten rond Pride And Glory voorspelden weinig goeds. De film lag in Amerika twee jaar op de planken voordat hij uiteindelijk toch in de bioscopen verscheen. En dat terwijl publiekstrekkers Colin Farrell en Edward Norton de hoofdrollen vertolkten. Dan moest er wel iets flink mis zijn met de inhoud. Of toch niet?
Vreemd genoeg is er helemaal niets veranderd toen Pride And Glory alsnog werd uitgebracht - en valt er ook niets vreemds aan de film te ontdekken dat het uitstel eventueel zou rechtvaardigen. Goed, het verhaal over corrupte politieagenten in New York is niet bijster origineel, maar het acteerwerk van Norton en Farrell mag er zijn en ook met de actie- en dramascènes zit het wel snor.
Realistisch
Regisseur Gavin O'Conner putte uit zijn eigen (politie)familiegeschiedenis om het verhaal zo realistisch mogelijk neer te zetten en dat lukte heel behoorlijk, al is het eerste half uur wel wat traag. De film om de familie McTierney, waarvan de vader (Jon Voight) aan het hoofd van een politie-eenheid in New York staat.
Web van intriges
Wanneer vier agenten van die eenheid worden vermoord, schakelt de vader zijn op non-actief gestelde zoon Ray (Norton) in om op onderzoek uit te gaan. Ray stuit al snel op een web van intriges en corruptie waarbij ook zijn zwager (Farrell) en broer (Noah Emmerich) betrokken zijn.
