Kunstroofjager Arthur Brand behandelt zes opzienbarende zaken in binnen- en buitenland. De eerste draait om de bronzen paarden van Adolf Hitler. De beelden kwamen weer boven water dankzij de hulp van Brand.
Waar het in gewone detectiveseries draait om het oplossen van moordzaken, gaat het in het nieuwe programma
De kunstdetective om de speurtocht naar gestolen kunst. De speurneus in kwestie is de Nederlandse kunstroofjager Arthur Brand. In de eerste van zes afleveringen is te zien hoe hij op zoek gaat naar de bronzen paarden van Adolf Hitler. De zaak komt aan het rollen wanneer Brand een mail ontvangt van een Duitse familie die van de objecten af wil omdat het 'politiek nogal gevoelig ligt'. Vraagprijs: acht miljoen euro. Nadat Brand een kleurenfoto heeft ontvangen begint hij zich achter zijn oren te krabben. Waren deze beelden niet vernietigd bij de Slag om Berlijn? Wat volgt, is een verhaal over geheime diensten, oud-nazi’s en corrupte legerofficieren.
Op jacht in Oekraïne
Zijn speurtocht naar de bronzen paarden van Hilter bezorgde Brand internationale bekendheid en een plek aan de top in zijn vakgebied. Om die reden klopte recent ook het Westfries Museum in Hoorn bij hem aan, in een poging om de 24 schilderijen terug te vinden die in 2005 zijn gestolen. In een volgende aflevering is te zien hoe de Deventenaar met deze opdracht afreist naar Oekraïne. Brand komt in contact met een militieleider die zegt de stukken in zijn bezit te hebben. Wat de zaak er niet gemakkelijker op maakt, is dat ook de gevreesde Oekraïense geheime dienst, de SBU, bij de zaak betrokken is.
