Op 24 november 1859 bracht Charles Darwin het 502 pagina's tellende boek The Origin Of Species (Het Ontstaan Der Soorten) uit. Het werd een van de meest spraakmakende boeken ooit.
Toen Darwin in 1835 de Galápagos-eilanden betrad, keek hij zijn ogen uit. Honderden diersoorten die hij nog nooit had gezien, leefden er in vrede met elkaar.
Schildpadden en spotlijsters
Door de geïsoleerde ligging is er weinig 'import' geweest. Daardoor zijn er nauwelijks roofdieren op de eilanden te vinden, waardoor soorten zich vrij konden ontwikkelen.
Darwin kwam erachter dat op elk van de eilanden een ander soort spotlijsters voorkwamen. Ook hoorde hij van lokale vissers dat zij aan de schildpadden konden zien van welk eiland ze kwamen.
Oudste dier op aarde
Het waren lang niet de enige vrij geëvolueerde dieren. Darwin zag enorme schildpadden (hij nam schildpad Harriet mee, die met 176 jaar enige tijd het oudste dier op aarde was), albatrossen die onder water konden jagen maar niet konden vliegen, iguana's die van rotsen in het water sprongen en, niet te vergeten, de Galapagospinguïn.
The Origin Of Species kon in de Westerse wereld op veel tegenstand rekenen: de evolutietheorie van Darwin ging tegen elke vorm van godsdienst in. Vandaag is op Animal Planet het eerste deel van de Galapagos-serie te zien.
