Popprofessor Leo Blokhuis

4 december 2008 15:20 | overig-tv-nieuws | Door Televizier

Het afgelopen jaar heeft Leo Blokhuis weer de hele wereld afgereisd om vergeten popidolen en eendagsvliegen te interviewen voor Top 2000 a go-go. In Televizier lees je over zijn speurtochten van het afgelopen jaar. Maar wij zijn minstens zo benieuwd naar de muziek waarvan Leo Blokhuis zelf houdt - en waarover hij liever niet praat!

Wanneer sloeg jouw allesconsumerende liefde voor muziek voluit toe?
"Ik kreeg een grote radio op mijn kamer in Schiedam en daarmee ging ik spelen. Na een maand dacht ik: wat is dit? Het had een impact zoals verliefdheid die heeft. Ik ging te laat naar bed,omdat ik de radio niet wilde uitzetten en werd zenuwachtig omdat ik maar één zender tegelijk kon luisteren. Dat heb ik een jaar of vijf gehad. Ik heb alleen nooit gedacht dat ik van mijn liefde voor muziek mijn werk kon maken."

Wat was het eerste singletje dat je ooit kocht?
"Dat weet ik niet. Ik vond singletjes eigenlijk weinig value voor veel money. Ik kocht daarom lp’s. Ik ben uit het vinyltijdperk en voor de prijs van vier singletjes had je een nieuwe lp.

"Mijn eerste vinyl-aanschap was The very best of Abba. Ik had ook vrij snel Het gebeurde in het Westen van Ennio Morricone. Ik heb ook vrij snel een Greatest hits van Elton John gekocht en een schaamtevolle plaat van drie schoongeboende kereltjes in matrozenpakjes die driestemmig Everly Brothers-covers zongen. Te wanstaltig voor woorden. Maar je bent 14 en je koopt eens wat."

Is er muziek die je heimelijk heel leuk vindt?
"In de theatershow die ik met Ricky Koole heb (Leo's vriendin, red.), stellen we die vraag aan het publiek: welk liedje draai je heel graag heel hard thuis als je alleen bent, omdat je zelf ook wel weet dat het niet kan?

"Wij hebben al die liedjes uit 55 voorstellingen gecollecteerd. Wat we altijd horen en waar ik me ook wel in kan vinden, is bijvoorbeeld Du van Peter Maffay. Dat lied kan absoluut niet, maar stiekem is-‘ie heel lekker.

"En Abba was mijn eerste liefde en die ben ik altijd trouw gebleven. Maar er was een periode dat je daar niet mee aan kon komen als je met een biertje in de kroeg stond met je vrienden.

"De soloplaat van Maggie McNeal ook, bijvoorbeeld. Dat kan helemaal niet, maar ik vind het prachtig. En mijn heimelijke muziek is ook de te zoete jaren zeventig soft-rock. Zoals The guitar man of Lost without your love.

"Die heimelijke liefdes die iedereen heeft, hebben te maken met de tijd toen je zestien, zeventien was. Toen kon je nog soppen op je eigen kamer, het is tienerleed. Volgens mij heeft iedereen daar een eigen soundtrack bij die je nooit meer kwijtraakt. Dat is een belangrijke fase in je leven. Soms wil je integere liedjes horen, soms een bak teringherrie en soms wil je soppen in vroeger."