Heimwee naar Schokland

Huub Stapel kon het verhaal van de Schokkers niet negeren: 'Als ik onrecht zie, spring ik erbovenop'

Eergisteren 10:00 | actualiteiten | Door Maarten van der Meer

© Sander Mulkens
Huub Stapel en Eva Vriend vertellen in Heimwee naar Schokland het verhaal van Schokland, een eiland dat in 1859 ontruimd werd. Waarom voelt Limburger Stapel zich verwant met de Schokkers?

“Heb je even?” Na een vraag over zaken waarover hij zich opwindt, gaat Huub Stapel sneller en met stemverheffing praten. De acteur en presentator had verwacht dat die boosheid met de jaren wel af zou nemen, maar niets blijkt minder waar. Hij maakt zich druk om van alles: de problemen rondom de gaswinning, de macht van multinationals, de behandeling van de lhbtiqa+-gemeenschap en ook de manier waarop de Nederlandse regering de bewoners van Schokland in 1859 van hun eiland heeft gehaald. “Die mensen zijn domweg gepiepeld. Als ik met hun nazaten praat, voel ik de woede.”

Die boosheid zit diep?

“Te diep, denk ik soms. Ik zou daar wel graag wat minder van hebben nu ik ouder ben. Het is wel mooi geweest. Maar helaas: ik merk nog niet dat hij afneemt. Of ik nu kranten lees of tv kijk, ik zie overal onrecht.”

Hoe heb je dat rechtvaardigheidsgevoel in dit programma verwerkt?

“Dat gevoel is een van de redenen waarom ik deze reeks wilde maken. Het is een nare geschiedenis. De mensen op Schokland moesten in 1859 zelf hun huizen afbreken en van het eiland vertrekken. Dat was omdat ze er niet veilig zouden zijn bij een stormvloed in de Zuiderzee. Die is er sindsdien alleen nooit meer geweest. De overheid heeft de Schokkers aan hun lot overgelaten; ze moesten zichzelf ergens anders maar zien te redden.

Ik ben bij een Schokkervereniging geweest, een groep nazaten van de verdreven Schokkers die elkaar verhalen over vroeger vertellen. En ik heb met Jan Dulles van 3JS gepraat. In zijn woonplaats Volendam waren de verdreven mensen uit Schokland welkom. Dat waren vissers onder elkaar; ze voelden wederzijds respect. In Kampen, waar veel Schokkers heen gingen, werden ze in barakken buiten de stad geplaatst alsof het paria’s waren. Ik word weer boos nu ik dat vertel.”

Waar komt dat opkomen voor de gewone man vandaan?

“Dat is waar ik zelf vandaan kom, ik herken het. Mijn ouders hadden een snoepwinkel, die was twee keer zo groot als deze tafel. Ze verkochten spekjes, kauwgomballen en nogablokjes voor een paar cent per stuk. Mijn vader en moeder hebben hun hele leven geworsteld om het hoofd boven water te houden. Daar komt het van. Als ik onrecht zie, spring ik erbovenop.

Het is iets wat me mijn hele leven al achtervolgt. Daarnaast voel ik me verwant met dorpelingen. Ik woon al sinds mijn 26e in de grote stad, maar in de kern ben en blijf ik een Limburgse dorpsjongen. Ook in Amsterdam, waar ik nu al jaren woon, probeer ik het dorpsgevoel te krijgen door met mijn buren en de mensen in de wijk te praten.”

Wat was, naast dat opkomen voor de Schokkers, de reden dat je dit programma wilde maken?

“Het verhaal intrigeerde me. De reeks is gebaseerd op het boek Het eiland van Anna dat Eva Vriend geschreven heeft. Met haar maakte ik al eerder de series Eens Ging de Zee Hier Tekeer en Het Nieuwe Land. Ook dit verhaal speelt zich af in de polder. Ik voel me welkom in Flevoland en het valt me elke keer op dat het er veel mooier is dan ik eerst dacht. Veel mensen hebben allerlei vooroordelen over Flevoland, maar wie wat verder kijkt dan de snelweg, ziet een wonderschone regio.

Bovendien ben ik altijd geïnteresseerd geweest in geschiedenis. Ik kom uit een echte geschiedenisfamilie: mijn broer en mijn zwager zijn allebei historicus en mijn moeder werkte niet alleen in de snoepwinkel, ze was ook onderwijzeres. Verhalen over vroeger waren nooit ver weg. En inderdaad: ik ben nu eigenlijk een soort geschiedenisleraar op tv.”

Waarom ben je dan geen geschiedenis gaan studeren?

“Wat denk je? Ik wilde acteur worden. Al ontdekte ik dat pas op mijn 23e. Ik zat wel op de toneelschool, maar deed de docentenopleiding. In het derde jaar zei mijn vriend Sjoerd Pleijsier dat ik ook les kon geven als ik de acteursopleiding volgde. Toen heb ik beide opleidingen gedaan en heb ik twee diploma’s gehaald.”

Hoe helpt die acteerervaring je in je rol als presentator?

“Ik heb ruim vijf jaar lang spreekles gehad, dat is heel waardevol in dit werk. De woorden goed uitspreken, zinnen op een rustige toon brengen, zodat mensen begrijpen wat ik bedoel. Daarnaast weet ik dat een presentator niet te aanwezig moet zijn. Dat wat belangrijk is, moet je benadrukken. Veel presentatoren zwaaien met hun handen en wijzen alle kanten op. Vaak is dat pure onzekerheid. En het leidt nog enorm af ook.”

In je geschiedenisprogramma’s praat je veel met mensen. Waarom gaat dat je zo makkelijk af?

“Ik maak geen verschil tussen mensen. Misschien heb ik dat van mijn vader. Voor hij de snoepwinkel begon, was hij vertegenwoordiger. Hij kwam bij mensen die hem koffie aanboden waar de bonen alleen maar in de buurt hadden gestaan, maar ook bij de burgemeester die heel lekkere koffie schonk. Hij keek op niemand neer en tegen niemand op. Hij behandelde iedereen gelijk. Dat is een belangrijke levensles geweest.”

De vierdelige documentaireserie Heimwee naar Schokland is vanaf 3 december 2025 iedere woensdag om 22:20 uur te zien bij MAX op NPO 2.

Meer over