Interview

Martine van Os over werken met Sybrand Niessen: 'We hebben niet vaak ruzie'

28 februari 2022 10:00 | amusement | Door Tijgerbloed Teksten

© Janita Sassen

Tijd voor MAX is uitgegroeid tot een geoliede machine. Martine van Os en Sybrand Niessen koesteren het succesvolle middagprogramma. ‘Geen enkel onderwerp blijft liggen.’

Een dagelijks programma is intensief. Hoe zijn je werkdagen?

“Vóór corona was ik altijd vroeg in de studio, nu begin ik thuis. Om half acht komen de eerste piepjes en mailtjes al: de kijkcijfers, mails met informatie over de gasten van die dag. Ik kijk programma’s of beelden van voorstellingen, ik scan boeken. Rond twee uur ben ik in de studio voor camerarepetities, het schrijven van tekstkaartjes en het voorbespreken van de gasten. Al met al is het zo vijf uur.”

Sybrand Niessen en jij hebben dus samen betrekkelijk weinig voorbereidingstijd.

“Als live-programma willen we zo actueel mogelijk zijn. Er komen dus vaak in de loop van de ochtend nog onderwerpen bij. Het werkt niet om iets voor te bereiden dat pas over drie dagen aan bod komt. Het is absoluut geen desinteresse, maar we behandelen zo veel onderwerpen, dat ik vaak de volgende dag al niet meer weet wie ik gisteren aan tafel had. Je moet razendsnel ruimte maken in je hoofd voor die nieuwe tafel. Tijd voor MAX is een geoliede machine, we werken dus echt van dag tot dag.”

Hoe lastig is om het scherp te blijven?

“We doen daar enorm ons best voor. Het gevaar van een geoliede machine is dat het allemaal te routineus wordt. Gelukkig hebben we een gefocuste club van zo’n 25 mensen. Per dag hebben we twee of drie redacteuren en de twee samenstellers die bepalen wat en wie in het programma komt. De redactie heeft een dagelijkse Zoomvergadering, iedereen draagt onderwerpen aan. De samenstellers kijken welke onderwerpen bij elkaar passen, zodat een uitzending een mooi geheel wordt.”

Hoe is de rolverdeling tussen jou en Sybrand Niessen?

“In het begin hebben we daar in mediatrainingen naar gezocht. Sybrand was wat gehaaider in interviews, ik de schooljuffrouw die orde in de klas moest houden, maar dat hebben we losgelaten. Het leuke van duopresentatie is juist dat vanuit twee verschillende invalshoeken vragen op de gasten worden afgevuurd. We zijn allebei heel anders, we lopen de deur niet plat bij elkaar, maar over de grote dingen van het leven zijn we het wel eens. We hebben niet vaak ruzie, we kunnen soms steggelen, maar altijd op een goede manier. Ik ga nog elke dag fluitend naar mijn werk.”

Wat maakt ‘Tijd voor MAX’ zo succesvol?

“Het is voor veel mensen een rustmoment op de dag, een vaste waarde. We werden lang met scepsis bekeken, we waren dat ‘bejaardenprogramma’. Toen we op de tijd van De Wereld Draait Door zaten, kwamen de positieve reacties. Mensen die ons voorheen niet kenden zijn blijven hangen. Daarbij komen de mensen die thuiswerken door corona en nu dus rond vijf uur voor de tv zitten. Ook jongeren dus. We behandelen ook niet louter onderwerpen voor de oudere doelgroep, we hebben alleen een andere invalshoek. Iemand van 65 stelt andere vragen dan een twintiger. Maar geen enkel onderwerp blijft liggen.”

Wat is je het meest bijgebleven van de afgelopen vijftien jaar?

“Vooral gekke dingen. In het begin hadden we een grote bar met een barman. We liepen van hot naar her door de studio, deskundigen zaten aan eigen tafeltjes. In de allereerste uitzending donderde onze boekenkast om. We hadden paarden in de studio, een orkest, een gigantisch koor, een boer met varkens. Die dieren scharrelden onder tafel, we moesten met z’n allen het losse tafelblad met onze armen naar beneden drukken. Als je onze studio nu ziet – leeg, zonder publiek, op afstand – is het wel een treffende afspiegeling van de buitenwereld.”

Ga je dit jaar ook weer op pad met ‘We zijn er bijna!’?

“Ja, als alle maatregelen het weer toestaan vertrekken we half mei weer naar het buitenland. Het is intensief, maar ook heerlijk. Ik ben nieuwsgierig van aard, al die levensverhalen van die kampeerders zijn hartstikke boeiend. En de waardering is groot. Hele studentenclubs kijken ernaar, er zijn zelfs We zijn er bijna!-bingo’s opgezet. Een jongere kijker zei eens tegen me: ‘Zo leuk om te zien dat ouderen ook nog plezier kunnen hebben’.”

Tijd voor MAX is iedere werkdag om 17:10 uur te zien op NPO1.

Meer over