Dit is zo onderhand het 648ste interview dat Roel van Velzen geeft over The Voice of Holland. Maar hij doet nog zoveel meer! Hij is druk met zijn theatertour 'Hear me out' en vele promoties in België. Vijf vragen aan Roel.
De leukste kijktips
Bad Boys
Courage Under Fire
Hoe combineer je je theatertour met The Voice?
"Kwestie van heel goed plannen en discipline. Mijn management doet ontzettend veel en zorgt ervoor dat ik mezelf heel houd. Ze stoppen me nog net niet in. Daardoor kan ik me vooral concentreren op de inhoud. Omdat ik het allemaal zo leuk vind, geeft dat ook veel energie."
Had het niet gemakkelijker geweest te wachten tot na The Voice?
"Dat was praktisch misschien wat aan beter geweest, maar zo gaan die dingen. Als de dingen goed gaan, komt alles ineens tegelijk. We wisten allemaal van tevoren dat ik een paar liveshows zou missen en iedereen is daarmee akkoord gegaan."
Ligt België inmiddels ook aan jouw voeten?
"We hebben iedere week een item op de Belgische radiozender Q-Music waarin je heel grote hits van Belgische bodem hoort die ik samen met mijn gitarist heb 'verVanVelzend'. Dat is zo leuk dat er door luisteraars een handtekeningenactie is opgezet om die liedjes uit te brengen. We hebben een single en video gemaakt voor België en er komen steeds meer boekingsaanvragen binnen. We staan daar op het punt van doorbreken. Lijkt me fantastisch!"
Op welke kandidaat van je medecoaches ben je jaloers?
"Eh … Shari-Ann. Dat is echt een megatalent. Ze zong een nummer van Pink. Ik ken echt wel veel nummers van Pink, ook omdat mijn vriendin groot fan van haar is en we haar thuis veel draaien, maar ik heb anderhalve minuut gedacht 'van wie is dat nummer?'. Ze maakt het zich zó eigen, heeft veel soul en ook nog eens een leuke persoonlijkheid, wars van alle opsmuk. Wat mij betreft is ze een finalist."
Ga je het programma als coach winnen?
"Absoluut! Maar met wie durf ik niet te voorspellen. Dat is echt aan het publiek. Alle talenten zijn in het zwembad gegooid en wie het beste kan zwemmen, haalt als eerste de overkant."
