Het is 23 september 1939 als de jonge pianist Wladyslaw Szpilman (Adrien Brody) een concert geeft voor de Poolse radio. Op de achtergrond klinkt het lawaai van de bombardementen en Szpilman kan zichzelf nauwelijks horen. Als ook de radiostudio wordt geraakt, valt de zender uit.
The Pianist
De nazi's vallen Polen binnen. De Joodse Szpilman waant zich toch veilig in Warschau, zelfs als de Duitsers de vrijheid van Joden steeds verder inperken.
Pas als zijn eigen familie op transport wordt gezet, beseft de pianist dat het menens is. Hij duikt in The Pianist onder in de getto's van de hoofdstad.
Een muziekminnende Duitse officier helpt hem een handje. Dankzij zijn hulp weet Szpilman uit handen van de nazi's te blijven.
Roman Polanski
Met The Pianist verfilmt de Poolse regisseur Roman Polanski de autobiografie van pianist Wladyslaw Szpilman. Szpilmans verhaal toont opvallende gelijkenissen met Polanski's eigen leven.
De filmmaker was nog maar een jongetje toen de nazi's in 1939 Krakau binnenvielen. In 1943 wist de toen tienjarige Polanski het Joodse getto van de stad te ontvluchten.
Tijdens de opnames van de film in Krakau ontmoette Polanski een man die zijn familie destijds had geholpen het getto te ontvluchten.
Adrien Brody
Adrien Brody bereidde zich grondig voor op zijn hoofdrol in The Pianist. Hij leerde pianospelen en viel zo'n vijftien kilo af.
Hij ging ver om zich net zo verloren te voelen als Szpilman. Brody verkocht zijn auto en zijn appartement en hij keek geen televisie meer.
Met resultaat: hij won de Oscar voor beste acteur. Brody was toen 29; daarmee is hij de jongste acteur die die eer ten deel viel.
