Sam

29 maart 2013 11:15 | columns | Door Televizier

Een nadeel van mijn werk is dat ziek melden eigenlijk geen optie is.

Voor een gemiddelde draaidag van bijvoorbeeld Mijn leven in puin zijn we al snel met een man of twintig aan het werk. Aangezien ik als presentator het gezicht ben van het programma en de boel aan elkaar moet praten, zou het wel heel onhandig zijn als ik op het laatste moment zou afbellen vanwege een griepje. Dat zou een flinke smak geld kosten, want al die mensen moeten natuurlijk wel worden betaald. ‘The show must go on’, dus. Niet erg, want dat hoort nu eenmaal bij het vak. 

Toch wilde ik deze week dat het anders was. Niet omdat ik iets onder de leden had, maar wel omdat ik ziek was van verdriet: onze kat Sam moesten we totaal onverwacht laten inslapen. De ene dag rende hij nog vrolijk door de tuin en de volgende dag vonden we hem ineens kreunend weggekropen in een hoekje op zolder. De dierenarts constateerde binnen vijf minuten dat het beter was om hem niet verder te laten lijden. Een kwartier later was het al gebeurd en stonden we intens verdrietig buiten met onze lieve schat levenloos onder een handdoek. Hij was pas twaalf, veel te jong nog.

Nog geen uur later werd ik alweer voor de camera verwacht om ‘opgewekt en blij’ te constateren dat iemand z’n huis na een maand nog steeds aan kant had. Ik heb weleens leukere (draai)dagen gehad...

Je kunt reageren op de column van Peter via Twitter @petervdvorst