Nieuwe serie

Malou Gorter over de opnames van De Joodse Raad: 'Het was echt heavy'

10 maart 2024 10:00 | serie | Door Bram de Graaf

© EO/Mark de Blok
Dramaserie De Joodse Raad over de Tweede Wereldoorlog moest met de grootste zorg worden gemaakt. Alles moest tot in de kleinste details kloppen, vertelt Malou Gorter over de opnames.

“Het is een van de lastigste rollen die ik ooit speelde”, zegt actrice Malou Gorter (1969), bekend van Annie M.G. en Oogappels. “Er zitten zo veel perspectieven aan deze geschiedenis.”

Voor de vijfdelige EO-dramaserie De Joodse Raad kroop ze in de huid van Gertrude van Tijn-Cohn. Deze van oorsprong Duits-Joodse vrouw was tijdens de Tweede Wereldoorlog lid van het omstreden contactorgaan tussen de Duitsers en de Amsterdamse Joodse gemeenschap. Na de oorlog werd voorzitter David Cohen, die centraal staat in de serie en wordt gespeeld door Pierre Bokma, opgepakt vanwege zijn té welwillende medewerking aan de bezetter.

Wat werd Cohen en de Joodse Raad verweten?

“De Raad, die bestond uit vooraanstaande Joden, voerde in opdracht van de Duitsers niet alleen anti-Joodse maatregelen door, zoals het dragen van de davidster, hij stelde onder dwang ook deportatielijsten op. En moest daardoor keuzes maken. Een duivels dilemma. Want: wie is nuttig, wie niet? Zelf bleven de leden van de Raad eerst buiten schot en geprobeerd werd om zo veel mogelijk mensen voor hen te laten werken. Er werden groepen gemaakt op basis van hun nut na de oorlog. Zo werd een arts niet op de lijst gezet, omdat die harder nodig zou zijn dan een tramconducteur.

Veel mensen vonden dat onrechtvaardigheid, niet alleen uit de lagere klassen. Als de Raad echter niet meewerkte, dreigden de Duitsers iedereen weg te voeren. Zo redden we tenminste nog een paar mensen, was de gedachte. Daarnaast wist niemand nog van het bestaan van de vernietigingskampen. Men dacht dat de gedeporteerden naar werkkampen gingen.”

Welke rol speelde Gertrude in dit verhaal?

“Ze werd geplaagd door een enorm schuldgevoel. Ze had de adressen van een groep uit Duitsland gevluchte Joodse jongeren, die ze voor de oorlog op een internaat in de Wieringermeer had opgevangen, in 1941 aan de Duitsers doorgegeven. Die hadden haar toegezegd dat het internaat kon blijven bestaan. Ze werden echter allemaal opgepakt en stierven in Mauthausen. Gertrude schoof de schuld af op Cohen. In haar memoires die kort na de oorlog verschenen, verweet ze hem ook te hebben geweten van de gaskamers. Uit later onderzoek bleek dat onjuist. Maar ze was zo verbitterd. Ik vermoed dat die oorlog haar hele leven heeft beheerst.”

Hoe heb je haar willen neerzetten?

“Als iemand die in een ingewikkelde tijd het goede probeerde te doen. Hoe zou ik zelf in dergelijke omstandigheden hebben gehandeld? Wat ik me tijdens het spelen ook realiseerde: iedereen dacht in 1941 dat die oorlog snel voorbij zou zijn. Daarom probeerde de Joodse Raad ook tijd te rekken. Wij weten nu echter dat die nog vier jaar zou duren.”

Voelde jij je anders na een opnamedag van ‘De Joodse Raad’, dan bijvoorbeeld na een van ‘Oogappels’?

“Het was echt heavy. De kijker moest voelen dat iedere dag in het teken stond van overleven en hopen op een snel oorlogseinde. We wilden het absoluut niet mooier maken dan het was, daarom dragen we ook geen make-up. Ik ben niet Joods, heb geen oorlog meegemaakt. Het vergde dus veel inlevingsvermogen. Ik vond het soms doodeng.”

Ook omdat het zo’n beladen onderwerp is? Begin 2022 veroorzaakte het boek ‘Het verraad van Anne Frank’ veel woede omdat daarin werd beweerd dat de verrader uit de Joodse Raad kwam.

“Zeker. Er lag daarom een grote verantwoordelijkheid bij de makers. De research ervoor moest knettergoed zijn. Alles moest tot in de kleinste details kloppen, tot aan het garen waarmee de davidster werd aangebracht. Dat was absoluut het geval. Het gaf de doorslag om mee te doen aan dit project.” 

De Joodse Raad  is vanaf 10 maart iedere zondag rond 21:25 uur te zien bij EO op NPO1.

Meer over