Feest

Mart Smeets en Sjoerd van Ramshorst over 60 jaar Studio Sport

12 april 2019 11:00 | sport | Door Irma Tomas

© ANP

NOS Studio sport bestaat zestig jaar. Mart Smeets en Sjoerd van Ramshorst, samen goed voor ruim vijftig jaar presentatie van het programma, over een instituut.

Tekst: Bram de Graaf

“Euforisch? Ik?” Oud-Studio sport-presentator Mart Smeets schudt zijn hoofd. “Ik ben nooit euforisch geweest over voetbal. Waarom zou ik dat op mijn 72e dan zijn?” Het is de dag na Real Madrid - Ajax, de Champions Leaguewedstrijd die de Amsterdammers met 1 - 4 wonnen. Mart schuift aan in een Haarlems café om met zijn (wel euforische) oud-collega Sjoerd van Ramshorst (32) te praten over zestig jaar Studio sport. Mart was van 1973 tot 2016 aan het programma verbonden, Sjoerd werkt er sinds 2010. “Het was mijn droombaan,” zegt de laatste.

Bob Spaak

“Leraar Nederlands was mijn droom”, zegt Mart. “Of historicus. Maar ik kwam in 1972 in München presentator Bob Spaak tegen, die zei: ‘Kom eens langs, jongen’.” Mart werd Sjoerds voorbeeld, Marts voorbeeld was Henk Terlingen. “Van Henk heb ik geleerd: wees altijd jezelf.” Sjoerd: “Dat probeer ik ook altijd.” Mart: “Je kunt het of je kunt het niet. Toen ik begon, vertelde je als presentator alleen wat er op beeld kwam. Door de techniek is er veel veranderd: bewegend decor, autocue. Ik deed alles uit mijn hoofd.”

Nog steeds zien veel mensen Mart als boegbeeld van Studio sport. “Zoiets gaat vanzelf. Ik voelde me niet zo, ik deed gewoon mijn dingetje.” Sjoerd: “Je was het wel. En je was vernieuwend: je gaf sjeu aan het presenteren.” Mart: “Ik werkte me het lazarus, maar sport is plezier, en dat straalde ik uit.”

Vroeger was alles beter

Lange tijd was Studio sport de enige aanbieder van sport op televisie. “Nu staan er twintig cameramannen bij een wedstrijd”, zegt Mart. “Ik heb schaatser Sven Kramer weleens horen vloeken: ‘Wie is nu van de NOS!?’ Hij wilde alleen met ons praten, maar iedereen trok aan hem. Dus staat er nu een hek tussen de sporters en de pers. Verschrikkelijk.” “Mijn oudere collega’s vlogen naar het buitenland met hetzelfde toestel als de sporters”, zegt Sjoerd. “Legden ze samen een kaartje. Dat is nu ondenkbaar.” Mart: “Haast was er ook niet. Ik maakte een item voor het avondprogramma, nu is het meteen live. Een renner is na een zware wieleretappe nog niet van zijn fiets of het gevecht begint. Maar iemand met een hartslag van 190 komt nog niet tot klare gedachten. Geef hem tijd!” Sjoerd: “Wij moeten veel meer uitzendingen vullen.”

Een A-merk

Ondanks de concurrentie blijft Studio sport een instituut. “We zijn een A-merk”, zegt Mart. “Regisseur Martijn Lindenberg is daarin heel belangrijk geweest. Hij begon ermee de moeder van de schaatser op de tribune in beeld te brengen.” “We maken elke zondag van 13.00 tot 23.00 uur livetelevisie”, zegt Sjoerd. “Wie doet dat? Wie kan dat? We zijn gewend onder druk te werken en te anticiperen. Niet voor niets worden onze regisseurs ingezet bij veel grote evenementen.” Mart: “Omdat ze de chaos aankunnen.”

Wat nooit is veranderd: de kritiek. “Ik kreeg dreigbrieven omdat we de uitzending niet waren begonnen met Formule 1”, zegt Mart. “Als het weer gebeurde, ging mijn kop eraf. Toen kreeg ik beveiliging.” Sjoerd: “Veel kijkers willen zich gewoon ergeren. Daarom zit ik zelden op sociale media.”

Geheim

Studio sport vierde het vijftigjarig jubileum in 2009 met een uitzending waarin vijftig jaar sporthoogtepunten voorbij kwamen: van de ijzige Elfstedentocht van 1963 tot het olympisch goud van openwaterzwemmer Maarten van der Weijden in 2008. Nu is het programma nog geheim.

“Het zal niet geruisloos voorbijgaan”, zegt Sjoerd. “Maar 75 jaar wordt écht groots.” Mart: “Dat haal ik niet, denken mijn doktoren. Ik zal alvast een bandje maken.” “De tol van het vak?” vraagt Sjoerd. Mart: “Ja. Tijdens de Tour de France sliep ik vier uur per nacht. Maar zo gaat dat.” Sjoerd: “Komt het ook door de stress?” Mart: “Nee. Al was ik uiteraard ook soms onzeker. Maar ik dacht altijd: dat doe ik.

Tijdens het WK voetbal van 1978 in Argentinië verzorgde ik vanuit Hilversum het commentaar bij Schotland - Iran. Omdat de verbinding was weggevallen, had ik geen teamopstelling van Iran. Ik heb die spelers maar Yusuf en Mohammed genoemd. In de rust kwam de opstelling. Bleken er inderdaad een paar Yusufs en Mohammeds in te zitten. Bob Spaak zei: ‘Goed gedaan, jongen. Morgen weer.’ Het was een genoegen om daar te werken. En nu geef ik ’s nachts bij Ziggo Sport commentaar bij NBA-basketbalwedstrijden. Soms kijken er vijfhonderd mensen. Interesseert me niet. Niemand ontneemt me de lol in wat ik nog doe.” Sjoerd: “Toch geloof ik niet dat je liever historicus was geweest.” Mart: “We hebben het er thuis weleens over: heeft Mart nog genoeg tijd om af te studeren?”

60 jaar Studio Sport | vrijdag 5 en zondag 7 april | NPO1

Meer over